Pagina's

vrijdag 16 februari 2018

leeftijd (3)

De dokter zegt dat hij niet zou zeggen dat hij al zo oud is.
Of hij dit nu als een compliment moet beschouwen, vraagt hij.
Er zijn mensen van vroeger, steeds minder, maar er zijn er die zeggen dat hij nog niets veranderd is.
Of hij dit nu ook als een compliment moet beschouwen, vraagt hij.

Ik kijk naar hem.
Hij kijkt naar mij.
En dan begint hij te lachen. Raspend maar wel luidop: dan moet ik er al snel heel oud hebben gezien, mijn kind.
En dan stopt hij.

Ge ziet er nog goed en jong uit,zegt hij.
Moet ik dit nu als een compliment beschouwen of een stil verlangen naar?

***
#oudworden

vrijdag 9 februari 2018

gezegd




* de sssssss...tiej is een ongen. En het vjiendje van de koe. De koe is een mama. En mama's zijn pjinsessen. Maar de koe is geen pjinses. Dat is gjappig hé, mama? De koe is een meisje. En het vjiendje van de ssssssssss....tiej

(met vrienden tanden al uit bovenaan is de sss een uitdaging voor mijne jongste. Maar voor de rest vlot het vlotjes me dunkt)

* ik kan dat. Ik weet dat al. Ik kan dat niet. Ik weet dat niet.

(stopzinnetjes van de jongste. Dat, en gjappig zeggen, is zijn specialiteit. )

* Mama en papa! Als ge zo blijft kussen, moet ge wel eens trouwen hé.

(de dochter zegt wat de moeder hoopt)

* Toen schoot ik je dood. Maar het is maar om te spelen hé. Ge moet niet echt dood zijn. En toen toverde ik je weer wakker. Maar het is maar om te spelen hé want ge zijt al wakker.

(Oscar verduidelijkt graag de dingen)

* Ik meet de temperatuur bij Oscar.
Mama, dat gaatje is dat dat uw ziekgatje?

(Tja wat zeg je daar dan nu weer op?)

vrijdag 2 februari 2018

Het wordt er niet beter op (2)

Hij lacht. Meestal. Hij kijkt rond en zucht. Dat laatste doet hij steeds meer.
Hij is jarig.
We doen vrolijk. Maar wat wens je een mens op die leeftijd? Je weet dat het beste niet meer zal komen. Hij weet dat ook.
Hij vecht daar tegen. Het doen hem pijn te zien dat niemand hem nog echt vertrouwt.
Hij wordt gecontroleerd. Wij bedoelen het goed, denken we. Hij ziet het als een opdringen van zaken die hij niet nodig heeft, denkt hij. We praten naast elkaar, voelen we.
Hij zucht nog eens en blaast de kaarsen uit.
In zijn ooghoek wiebelt een traan, klaar om te vallen. Of net niet.
Hij legt zijn oude, verrimpelde, licht bibberend hand op zijn schoot. Hij houdt hem sterk.
Voor wie of waarom, weet hij niet. Maar hij voelt dat hij dit nu moet doen. Zich sterk houden, of er komt nog meer controle, nog minder vertrouwen.

Hij krijgt een wandelstok cadeau. Ergonomisch. We bedoelen het goed.
Maar dat ziet hij niet.

***
#oudworden